Hooggeachte vrienden van de kunst en van de
natuur,
Laat ik als poëet maar meteen met de deur in huis
vallen en deze korte voordracht beginnen met het
voorlezen van de verzamelde gedichten van mijn vriend en
uitgever Vic van de Reijt. Schrikt u echter niet, u hoeft
niet al te lang droog te staan, het exacte aantal van
deze verzamelde gedichten blijft na telling en hertelling
beperkt tot één. En dit ene gedicht luidt
als volgt: "Waar is de opener?/sprak de dichter."
Wel, vandaag is dus de dichter de opener of zo u wilt
de opener de dichter. Ik doe dat eerlijk gezegd niet vaak
en meestal trouwens ook niet graag. Ik heb niet zoveel
met de schilderkunst, tenminste niet als dichter. Andere
dichters vaak wel. Ik ken collega's die, waarschijnlijk
bij gebrek aan echte inspiratie, een heleboel gedichten
hebben gemaakt over schilderijen. En naar aanleiding van
zo'n welgeschapen gedicht maken schilders dan vaak weer
een nieuw schilderij en daar maakt die dichter dan weer
een gedicht op. En ga zo maar door.
Maar, ik zei het al, ik doe daar niet aan mee. Ik
dicht gewoon over de werkelijkheid, niet over de kunst.
Ik heb trouwens voor de zekerheid en de gelegenheid nog
even mijn pasverschenen verzameld werk doorgenomen.
Onverwoestbaar Mooi, maar liefst 368 pagina's dik,
gebonden en wel, verkrijgbaar voor de spotprijs van 24
euro 90 bij de betere boekhandel, en jawel hoor,
uiteindelijk trof ik er maar
één versje in aan dat de
schilderkunst als onderwerp had. Het luidt als volgt:
Ooit klonk in Brabant het gepoch
Van ene heer Vincent van Gogh:
"Uw aardappels nog ongeschild?
Ik schil d'r zoveel als u wilt!"
Maar dat is dus echt alles. En dat ik hier tegen mijn
vaste gewoonte in toch aanwezig ben om deze
tentoonstelling te openen komt omdat Geurt Busser niet
alleen een schilder is, maar ook een schrijver. En
collega's kun je nu eenmaal niets weigeren, al hebben ze
ook een verdacht Friese tongval, ik zeg dit als
ras-Groninger. Hij heeft kort geleden namelijk een boekje
het licht doen zien onder de titel "Duurzaam Groningen",
een boekje dat ik u van harte kan aanbevelen. Al moeten
wij de titel eerder als een wens opvatten dan als een
constatering. Duurzaam betekent immers volgens mijn beste
vriend, de dikke Van Dale, "bestendig, weinig
vergankelijk", maar het geval wil dat er in het Groningse
landschap een heleboel verandert, doorgaans ten slechte.
Mijn favoriete schrijver Nescio zou zeggen: God belone de
verantwoordelijke autoriteiten, als het kan een beetje
hardhandig. Een uitspraak die Geurt waarschijnlijk ook
gedaan zou kunnen hebben. Want Geurt is een actiegroep op
zichzelf.
Maar de tragiek van vandaag is dat de actievoerders de
wind niet mee hebben. Er is in Nederland een
klimaatsverandering gaande en dit bedoel ik niet
meteorologisch: als je ergens actie voor of tegen voert,
ben je al gauw verdacht. Zo zijn onze dierenbevrijders
nog kortgeleden door de Tweede Kamer tot terrorist
bestempeld. Natuurlijk, ik keur sommige gewelddadige en
vernielzuchtige acties ook niet goed, maar op het
ogenblik ben je een veel grotere boef als je ergens een
keer stiekem een konijnenhok openzet dan wanneer je 's
nachts met alle gevaren van dien de spelersbus van Ajax
in de brand steekt. Dus wellicht wordt binnenkort ook
iedereen die zich inzet voor het behoud van een of ander
fraai landschap als terrorist gebrandmerkt en duurt het
niet lang meer of Geurt moet uit zijn hoofd zijn
waddenschilderijen maken omdat hij ergens in een duister
cachot op water en brood gezet is.
Maar wij staan achter hem. Een schilder die niet
alleen een bepaald landschap op het doek vereeuwigt, maar
er ook nog eens een keer werk van maakt dat dit fraaie
landschap in werkelijkheid behouden blijft, daar nemen
wij ons virtuele petje voor af.
Geurt Busser is eigenlijk een soort omgekeerde Bavink.
Ik moet dit denk ik even toelichten. Bavink is een van de
personen uit het werk van mijn al eerder genoemde
lievelingsschrijver Nescio. En die Bavink was ook
schilder en waddenschilder, ik bedoel wat een schilder.
Hij schilderde namelijk bij voorkeur de zon. En die zon
werd voor hem een obsessie. Maar wacht, ik zal Bavink
zelf aan het woord laten, ik lees voor u een kort
fragment uit het verhaal "Titaantjes" voor. Bavink zegt
daar:
"Begrijp jij wat die zon van mij wil,
Koekebakker? Vierendertig ondergaande zonnen heb ik tegen
de muur staan, achter elkaar, omgekeerd. En toch staat-i
daar weer, iederen avond. Weet je wat jij doen moet? Doe
me een lol. Heb je een hoededoos? Doe 'm in een
hoededoos, Koekebakker. In een hoededoos. Ik wil met
vrede gelaten worden. Doe 'm in een hoededoos, in een
ordinaire hoededoos. Hij verdient niet beter."
Bavink wil dus eigenlijk de realiteit op het doek
brengen, hij wil de werkelijkheid wegschilderen,
weghebben, en hij is teleurgesteld als de zon maar gewoon
blijft zoals ze is. En dat is dus het omgekeerde wat
Geurt wil, hij wil de werkelijkheid juist handhaven en
als er ooit een onverlaat zou komen die bijvoorbeeld de
zon in een hoedendoos zou doen, zou Geurt de eerste zijn
om ook daar tegen te protesteren.
Dat hij een omgekeerde Bavink is blijkt trouwens ook
uit het feit dat Bavink vanwege de beschreven obsessie
uiteindelijk gek wordt en in een gesticht belandt, en je
kunt van Geurt Busser zeggen wat je wilt, maar hij is wel
goed, maar niet gek.
Wat niet wegneemt dat hij net als Bavink die
werkelijkheid vereeuwigt. En zo echt duurzaam maakt.
Duurzamer zelfs dan de werkelijkheid zelf. Want laten we
wel wezen, de zonnebloemen van Van Gogh staan er nog
prachtig bij in het museum, maar in feite zijn ze
natuurlijk al lang uitgebloeid, verdord en verrot, en de
aardappelen van de aardappeleters zijn al lang verorberd
en het Joodse bruidje van Rembrandt heeft inmiddels al
tenminste veertien kinderen gebaard en is vervolgens
bezweken aan de groene builenpest of zo. Want al doen we
nog zo ons best, bepaalde veranderingen houd je nu
eenmaal niet tegen. De natuur gaat ook haar gang. En al
zegt Geurt dan wel dat bijvoorbeeld de Noordpolder of de
Wadden zijn werkgebied zijn en dat hij dus bepaalde
ingrepen in zijn werkgebied niet hoeft te pikken, ook
deze uitspraak kent haar beperkingen. Een schilder die
laat ons zeggen graag de hei op gaat en op een gegeven
moment rebels dwars gaat liggen wanneer een uiterst
bouwvallige en armoedige plaggenhut wordt afgebroken of
gerenoveerd, terwijl het toch zo'n schilderachtig hutje
was, denkt immers volgens mij iets te veel aan
zichzelf.
Maar hier is het natuurlijk andere koek. Als het
Groningse landschap wordt volgestort met beton en er
zomaar in de polder een nieuwerwets multifunctioneel
centrum verrijst en de horizon vervuild wordt door
gigantische windturbines, heb je uiteraard alle recht van
spreken en vooral van tegenspreken. Dan is Geurt Busser
op zijn best en haalt ie alles uit de kast om de
vermaledijde plannen te dwarsbomen. Dan probeert hij
zelfs dichters voor of achter zijn karretje te spannen.
Het is mij in ieder geval al eens overkomen. Toen er een
paar jaar geleden serieuze plannen waren om de hele
Friese Waddenkust te ontsieren met genoemde windturbines
heb ik op verzoek van Geurt ook al eens mijn pen
losgeschroefd en ik schreef toen een sonnet onder de
titel "Mooi niet". Het luidt als volgt:
Ooit heeft de Lieve Heer, zo wordt
gezegd,
Een eeuwigheid of langer nog geleden
Toen Hij zorgvuldig onze aardbol kneedde
Zijn hand vertederd op het Wad gelegd.
Met welgevallen keek Hij naar
beneden:
Hier komt Mijn Schepping eigenlijk pas echt
In al haar naakte schoonheid tot haar recht,
Bedacht Hij, met Zijn arbeid hoogst tevreden.
Zo was het goed. En daarom is het
slecht
Een Wadvijandig toekomstplan te smeden.
Wie zoiets aandurft is een Satansknecht:
Hij brengt Gods handwerk in het ongerede.
Dus is het juist en passend dat men
heden
In Friesland alle windmolens bevecht.
Wel, als ik het wel heb zijn tot op heden die
modernistische windmolens nog niet van de grond gekomen,
al heb ik niet de illusie dat dit alleen maar door dit
sonnet komt.
Maar andere aantastingen zijn en dreigen overal. Dat
is slecht voor het landschap en misschien zelfs ook voor
de kunst van Geurt Busser. De ware kunst neemt immers een
voorbeeld aan de natuur. Dit in tegenstelling tot wat
allerlei abstracte zogenaamde kunstenaars verkondigen.
Natura artis magistra, zo is het, anders zou het nooit
boven onze nationale dierentuin staan. Maar als weldra de
natuur van de wadden toch compleet kapot wordt gemaakt en
als in de Noordpolder het oude poldermodel uit de gratie
raakt, heeft Geurt een probleem. Want je krijgt hem
volgens mij niet zo gek dat hij ooit op zijn schilderijen
boortorens gaat naschilderen of huizenhoge
stalen staketsels die voor beeldhouwwerken door moeten
gaan of reuzegrote infopanelen of noem maar op en dat
betekent dus dat hij steeds meer weg moet laten en dat
zijn schilderijen steeds minder realistisch worden.
En dat is weer jammer voor ons. En voor Geurt Busser
zelf, onze waddenschilder. Of moet ik zeggen: onze
wadschilder? Het is een taalkundige kwestie waar ik al
tijden mee zit. De een heeft het over het Wad, de ander
heeft het over de Wadden. Wat is het nou? Als de goede
benaming de wadden is, vraag ik mij natuurlijk meteen af
waar dan wel het ene wad ophoudt en het volgende begint
en hoe je dat kunt zien en hoeveel er zijn en wat er
allemaal voor verschillen zijn. Het is in ieder geval een
raar meervoud, maar dat heb je wel meer. Als wij - ik
noem maar wat - het hebben over andere aardrijkskundige
benamingen als de Azoren of de Balearen, zit ik ook met
het probleem wat het enkelvoud is: bestaat er wel
één Azoor en één Baleaar? En
bestaat er wel één wad? In ieder geval wel het
Wad.
Terwijl ik de kwestie onder uw aandacht breng, geachte
kunstvrienden, begin ik allengs meer het idee te krijgen
wat wel het goede antwoord is. Volgens mij is het beter
om voortaan gewoon te spreken over het Wad. En dat Wad is
simpelweg ondeelbaar, ik zie zelfs geen verschil tussen
het Groningse Wad en het Friese Wad en dat wil in mijn
geval heel wat zeggen. En voor dat ene Wad willen we ons
allemaal inzetten om het te behouden, samen met Geurt,
die dus niet de waddenschilder is, maar de wadschilder.
Ik vermoed zelfs dat de benaming de Wadden in het
meervoud een politieke truc is. Let maar op, er komt ooit
nog eens een onheilsdag dat een milieuonvriendelijke
politicus in Den Haag durft te zeggen: "Daar in Groningen
en Friesland hebben ze een heleboel wadden, dat kan wel
wat minder, daar kunnen wel een paar wadden af. Iedereen
moet tenslotte inleveren." En dat is dan wellicht het
begin van het einde.
Maar ook dan hebben we nog onze wadschilder, het
omgekeerde van een kladschilder, onze Geurt, die hier dus
al die mooie schilderijen exposeert. Al kleeft ook daar
wellicht zelfs een nadeel aan. Want het kan zijn dat die
zelfde milieuonvriendelijke politicus uit Den Haag of
misschien wel uit het provinciehuis te Groningen zal
zeggen: "Waar heb dat nou voor nodig om die polders en
het Wad allemaal ongerept te bewaren? Die zijn al
bewaard, die zijn al voorgoed vastgelegd op de
schilderijen van Geurt Busser. Dus woning- en
wegenbouwers, projectontwikkelaars en energiebedrijven,
ga gerust uw gang. Als u het ongerepte landschap van
Groningen nog wilt zien, dan kunt u bijvoorbeeld terecht
op de Havendwarsweg te Uithuizen."
Het is dus met veel genoegen, maar ook met een
bezwaard gemoed dat ik deze tentoonstelling voor geopend
verklaar.
Uithuizen, 10 oktober 2003